Nederland staat bekend als fietsland. Veel van onze landgenoten hebben minimaal één fiets in huis. Er zijn ook genoeg mensen die fietsen zo leuk vinden dat zij er hun sport of hobby van maken. Behoor jij ook tot deze personen? Dan heb jij thuis ongetwijfeld een racefiets. De kans is groot dat jij regelmatig een aantal kilometers gaat trappen in de omgeving. Je trapt in Nederland zo een eind weg, omdat wij in een betrekkelijk vlak land wonen. Hoge bergen kom je hier dan ook niet tegen. In het zuiden van het land zijn weliswaar wat kleine bergen, maar deze vallen in het niet met de bergen in andere landen. Veel wielrenners willen op den duur toch proberen een berg in het buitenland te bedwingen. Logisch, want dit is natuurlijk een mooie uitdaging. Indien jij niet goed kunt klimmen, wordt dit echter een lastig verhaal. Gelukkig kun jij beter worden in klimmen. Hoe? Dat vertellen wij je in onderstaande tekst.
Ga niet als een gek te keer
Veel wielrenners willen zichzelf uitdagen. Met een berg kan dit natuurlijk heel erg goed. Jij bent vast en zeker benieuwd hoe snel jij boven kunt zijn. Jij fietst waarschijnlijk als een gek tegen de berg op. Indien je geen goede klimmer bent, is dit echter niet de beste aanpak. Je bent in dat geval namelijk binnen de kortste keren bekaf. En het zit er dik in dat jij dan nog een groot deel van de berg moet bedwingen. Heb jij jezelf in het begin al opgeblazen? Dan wordt het een lastige en mogelijk zelfs pijnlijke opgave om de rest van de klim nog af te maken. Begin daarom altijd rustig. Indien jij jouw krachten verdeelt, houd je het namelijk een stuk langer vol.
Schakel een tandje terug
Kijk jij geregeld naar professioneel wielrennen. Dan zie je zo nu en dan sommige renners in een zware versnelling de berg optrappen. Je moet in dat geval meer kracht uitoefenen om de pedalen rond te krijgen, waardoor jij sneller gaat verzuren. Daarom is het belangrijk dat jij zelf aanvoelt of het je (te) veel kracht kost om de berg op te fietsen. Staat jouw fiets in een te hoge versnelling? Schakel dan gewoon één of meerdere versnellingen terug. In een lagere versnelling heb jij immers minder weerstand. Hierdoor wordt het voor je gevoel een stuk makkelijker om de berg op te komen. Het gaat misschien niet zo hard, maar jij zit zo wel minder snel tegen verzuring aan.
Doe een hartslagmeter om
Wanneer jij beter wilt worden in klimmen, doe je er goed aan eerst een hartslagmeter aan te schaffen. Met zo’n meter zie jij namelijk direct hoeveel inspanning het jou kost om tegen een berg op te fietsen. Je zou het misschien niet direct denken, maar zo’n apparaat kan jou helpen beter te klimmen. Je moet hiervoor echter wel enige zelfkennis hebben. Zo is het belangrijk om jouw hartslag enigszins te kennen. Ook is het makkelijk bij welke hartslag jij gaat verzuren. Op deze manier kun je jouw omslagpunt bepalen. Om beter te klimmen, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat jij onder dit punt blijft. Je gaat in dat geval immers niet verzuren en kunt het langer volhouden. Trap dus niet als een gek tegen de berg op, maar verdeel jouw krachten.
Kom uit het zadel
De meeste renners blijven doorgaans op hun zadel zitten wanneer zij gaan fietsen. Bij klimmen kan het echter makkelijker zijn om uit het zadel te komen. Waarom? Omdat jij staand meer kracht uit kunt oefenen op de pedalen dan zittend. Al staand wordt het dus een stuk makkelijker om boven te komen. De kans is echter groot dat jij dit niet de hele beklimming gaat volhouden. Jouw benen beginnen na verloop van tijd ongetwijfeld te verzuren. Luister daarom ook goed naar je eigen lichaam. Voel jij dat je tegen de verzuring aan zit? Ga dan gewoon weer zitten en kom wat op kracht. In een later stadium van de klim kun jij dan vast en zeker weer op de pedalen gaan staan.
Lees ook: zo begin je met hardlopen